Tegels

1) Start met een goede ondergrond

• Een chape dekvloer (eventueel zelf geplaatst en gewapend met het Staenisrooster)
• Bestaand tegelwerk
  • Veeg en maak de bovenlaag stofvrij door te stofzuigen
  • Ontvet grondig bestaande tegelvloer

2) Primer de ondergrond

• Plaats een transparante porositeitsregelende primer op een chape dekvloer
  • Hierdoor zal de tegellijm langer bewerkbaar blijven eenmaal aangebracht op de chape dekvloer.
• Plaats een transparante hechtingsverbeterende primer op een bestaande tegelvloer
  • Hierdoor verzekerd u de hechtingsbrug tussen het besta​ande tegelwerk en de tegellijm
• Plaats geen primer in een buitentoepassing (terras)
  • Door de primer zal de ondergrond deels waterdicht worden, wat achteraf problemen kan veroorzaken.

3) Bepaal waar de eerste tegel zal komen

• Het is zeer belangrijk om op voorhand te bepalen waar de eerste tegel zal komen en in welke richting deze zal geplaatst worden.
• Controleer hierbij hoe groot de tegels zijn aan de muren. Hou deze gesneden tegels groter dan 50%, dit oogt visueel mooier.

4) Maak de tegellijm aan

• Hiervoor gebruikt u een kuip en een mixer.
• Giet de correcte hoeveelheid water, afgemeten met een maatbeker, volgens aangeduid op de tegellijmzak, in de kuip.
• Bij de meeste toepassingen zal je een S1 tegellijm nodig hebben. Deze is kwalitatief en zorgt voor een makkelijke plaatsing. Raadpleeg steeds de technische fiche van de fabrikant.
• Mix het mengsel enkele minuten, wacht enkele minuten en mix het mengsel voor de 2de keer.

5) Versnijden van een tegel

• Gebruik een tegelsnijder om één rechte lijn af te snijden.
• Gebruik een slijpschijf met een specifieke diamant zaagblad om de tegel in verschillende richtingen aan te passen.

6) Ondergrond inlijmen

Een lijmkam van 12 mm zorgt voor een lijmhoogte van 3 mm en een verbruik van 6 kg/m²

• Pak met een truweel een schep tegellijm
• Wrijf en schraap met de platte kant van de lijmkam de lijm over de chape, hierdoor verbetert de hechting enorm.
• Voeg meer tegellijm toe aan de ondergrond
• Hou de lijmkam onder 45 graden en maak rechte lijm rillen.

7) Tegel inlijmen

• Pak met een truweel een schep tegellijm
• Wrijf en schraap met de platte kant van de lijmkam de lijm over de tegel, hierdoor verbetert de hechting enorm.
• Plaats eventueel ook lijm rillen op de tegel, dit evenwijdig met die van op de ondergrond. Hierdoor kan je extra verhogen.

8) Tegels plaatsen

• Plaats de levelling -of nivelleer clipsen onder de vorige tegels
• Plaats de tegel met 1 rand tegen de andere tegel en laat de tegel vallen van +-10 cm hoogte. Hierdoor verwijder je de meeste lucht tussen de ondergrond en tegel en zorgt dit voor een vollere verlijming.
• Duw de tegel eerst handmatig naar beneden, dit tot op dezelfde hoogte als de vorige tegels. Volg hierbij de vlakheid van de ondergrond.
• Plaats een tegelkruisje van 3 mm tussen de 2 tegels. Door op het tegelkruisje te vertrouwen, in plaats van de dikte van de clipsen, zorgt u ervoor dat de tegels veel mooier te plaatsen zijn. Dit doordat de tegelkruisjes altijd proper blijven en voor geen verschillende voegbreedte zorgen, terwijl je dat met clipsen wel hebt.

9) Levelling -of nivelleer systeem plaatsen

• Plaats de levelling -of nivelleer spietjes doorheen de clipsen. Met de hoge kant van de spie aan de laatst geplaatste tegel.
• Probeer eerst zonder opspantang te werken. De tang dient maar om de laatste 1 mm perfect effen te brengen. Het eerste hoogteverschil, tussen de tegels, werk je weg door de tegel zelf aan te duwen.
• Bij het eindigen van het tegelwerk plaats je best terug clipsen onder de laatste tegels, zodat je de volgende dag nog steeds gebruik kan maken van het levelling -of nivelleer systeem.

10) Clipsen en spietjes verwijderen

• Schop of klop de clipsen zijwaarts los.
• Probeer hierbij de volledige kunststof van de clips af te kraken. Mocht dit niet gelukt zijn kan je dit uitsnijden of krabben met een tool naar keuze.

11) Opvoegen

• Zorg dat de voegen over de volledige oppervlakte proper zijn.
• Maak de volledige oppervlakte stofvrij door middel van te dwijlen met water zonder zepen.
• Duw het voegsel in de voegen door middel van een voegspaan.
• Kuis deze op met spons
• Probeer eerst kleine oppervlaktes te voegen. Hierna kan je altijd meer voegsel aanmaken en plaatsen.

12) Plinten plaatsen

• Gebruik hiervoor tegellijm of mits nodig silicone.
• Duw de plint tegen de muur en neem een andere tegel om deze haaks te duwen door de vlakheid van de vloer te gebruiken.
• Plaats 2 tegelkruisjes onder de plint en positioneer de plint mooi over de onderliggende tegel
• Voeg het opstaand voegje op met voegsel, de bovenkant met acryl silicone en de onderkant met sanitaire silicone.

13) Afwerking

• Verwijder de resterende stoflaag van de tegels met water zonder zepen. Dit herhalen tot wanneer de tegels proper zijn.
• Pas na 1 week zeep gebruiken in het water om te kuisen.